Cookies

Deze website maakt gebruik van cookies voor het optimaliseren van de gebruikservaring.

  • functionele cookies

    Functionele cookies zijn noodzakelijk om de goede werking van deze website te garanderen. 

  • analytische cookies

    Cookies van Google Analytics en Hotjar worden door deze website gebruikt voor het anoniem analyseren van het gebruik van de website. 

  • tracking

    Deze website maakt optioneel gebruik van de zogenaamde Facebookpixel (tracking cookie) om advertenties te plaatsen die voor jou interessant kunnen zijn. Meer informatie over de privacy-aspecten hiervan is te vinden op Facebook

Ga naar content
Dekolonisatie

Enkele reis Nederland: getuigenissen van Molukkers

Na jarenlange strijd erkent Nederland op 27 december 1949 de soevereiniteit van Indonesië. Op 26 juli 1950 wordt het koloniale leger opgeheven. Voor een grote groep Molukse soldaten die aan Nederlandse zijde vocht, is het niet langer veilig in Indonesië. Het besluit is dat ze ‘tijdelijk’ naar Nederland gaan. De ruim 12000 Molukkers die met elf boten in twaalf transporten in Nederland aankomen, laten hun koffers dan ook veelal onuitgepakt. 

Het is ongeveer een maand varen. De ‘Kota Inten’, het allereerste schip met Molukkers, arriveert op 21 maart 1951 in de Rotterdamse haven. Een dag later, 22 maart 1951, komen de eerste Molukse gezinnen aan in de toegewezen woonoorden, zoals kamp Schattenberg in Westerbork of Lunetten in Vught. 

Familie Rugebregt

Onder de eerste groep Molukkers die naar Nederland komen, is ook de familie Rugebregt uit Makassar, met de toen twaalfjarige Danny Rugebregt. Hij is de vader van jazzgitarist Maurice Rugebregt.

In Nederland komt Danny Rugebregt in kamp Schattenberg terecht. “Mijn pa was een rustige man en niet echt een prater”, herinnert Maurice zich. Maurice kent dan ook niet veel verhalen over zijn vader en de Kota Inten. 

Dat is de reden dat het Moluks Historisch Museum zoveel mogelijk getuigenissen optekent. Het museum laat nazaten aan het woord van wie de ouders of grootouders op een bepaalde boot hebben gezeten.

Louise Parihala

Kunstenaar Geerte van Beers en animator Matteo Bal hebben een filmpje gemaakt waarin ze de Molukse Louise Parihala aan het woord laten. Louise is geboren op Billiton (Belitung), een eilandje ter hoogte van Zuid-Sumatra. Haar familie komt naar Nederland aan boord van de Asturias. Louise vertelt over haar eerste herinneringen aan het kamp waar het gezin in grote armoede leeft. Haar ouders krijgen een schamele drie gulden zakgeld per week. Het eten uit de gaarkeuken was niet lekker. Wat over is, geven ze aan de varkens van Boer Corrie in de buurt, in ruil voor eieren. 

Soms ‘sparen’ ze voor een levende kip, als er iemand jarig is. Dat vader Parihala een fiets meenam uit Sumatra, komt goed vast pas. Hij knipt het prikkeldraad rond het kamp door en fietst dagelijks meer dan 40 km heen en terug naar Geldermalsen of Zaltbommel om er met fruit plukken wat geld bij te verdienen. 

Droom

Niemand kon toen vermoeden dat het kamp nog veertig jaar zou blijven bestaan. Het woonoord Lunetten is een van de plaatsen die de geschiedenis van de Molukse gemeenschap in Nederland markeert. “Mijn belangrijkste droom?,” mijmert Louise Parihala. “Dat mijn kinderen niet vergeten dat hun voorouders vanuit Indonesië naar Nederland moesten komen.”